GPS-instellingen
- GPS-instellingen
- Firmware update (met Garmin WebUpdater)
- GPS-instellingen voor paragliding
- Garmin GPSmap 60CSx & 76CSx
- Systeeminstellingen (type accu)
- Systeeminstellingen (batterijspaarstand uitschakelen)
- Interface instelling (Garmin)
- Interface instelling (USB Mass Storage)
- Positieformaat & kaartdatum
- Track(log) instellingen
- Eenhedeninstellingen
- Tijdsinstellingen
- Kompaspagina
- Kaartpagina
- Trippagina
- Waarschuwingssignalen (proximity tones) instellingen
- Toon instellingen
- Satelietpagina (Meerkleurig)
- Garmin GPSmap 62st (Garmin GPSmap 62-serie & 78-serie)
- Profiel aanmaken
- Scherminstellingen
- Systeeminstellingen (type accu)
- Systeeminstellingen (interface instelling)
- Positieformaat & kaartdatum
- Track(log) instellingen
- Eenhedeninstellingen
- Tijdsinstellingen
- Koersinstellingen
- Kompaspagina
- Kaartpagina
- Trippagina
- Waarschuwingssignalen (proximity tones) instellingen
- Toon instellingen
- Garmin GPSmap 60CSx & 76CSx
- Reset GPS-instellingen (60CSx)
Firmware update (met Garmin WebUpdater)
Met Garmin WebUpdater kan de software op het Garmin-apparaat worden bijgewerkt (indien via internet updates beschikbaar zijn). Het gebruik van dit programma wijst zichzelf en zal hier daarom niet worden toegelicht.
GPS-instellingen voor paragliding
Voor het gebruik van de GPS tijdens paragliden, gebruik van de GPS voor wedstrijden en het uitlezen van de vluchtgegevens in de PC zijn diverse instellingen handig en/of noodzakelijk. Deze instellingen zullen hier beknopt worden besproken en waar nodig toegelicht.
- Kaartdatum.
Om de communicatie tussen de GPS en computer (uitleessoftware) goed te laten verlopen dient bij 'kaartdatum' te worden gekozen voor WGS 84 (verplicht voor wedstrijden).
- Positieformaat.
De standaardnotatie van het positieformaat onder piloten lijkt te zijn: DD°MM.mmm’ (graden, minuten, decimale minuten).
- Trackloginterval.
Om de gehele (competitie)vlucht te kunnen loggen in de GPS is het van belang dat de tracklogintervaltijd zo gekozen wordt dat de opslagcapaciteit van het interne geheugen niet wordt overschreden.
De Garmin GPSmap 60CSx & 76CSx en Garmin GPSmap 62-serie & 78-serie beschikken allen over een intern geheugen voor een tracklog van 10.000 punten.
Trackpunt intervaltijd Trackpunten per uur Capaciteit intern geheugen 1 seconde 3600 2 uur 47 minuten 2 seconde 1800 5 uur 33 minuten 3 seconde (*) 1200 (*) 8 uur 20 minuten (*) 4 seconde 900 11 uur 7 minuten 5 seconde 720 13 uur 53 minuten 10 seconde 360 27 uur 47 minuten 20 seconde 180 55 uur 33 minuten 30 seconde 120 83 uur 20 minuten 1 minuut 60 166 uur 40 minuten
(*) In de praktijk wordt veelal gebruik gemaakt van een intervaltijd van 3 à 5 seconden.
- GPS and Competition Information (FlyLarange). Uitleg over instellingen van de GPS tijdens wedstrijden.
- GPS Usage Tips for Competition (Brett Hardin). Een Word-document met uitleg over instellingen van de GPS tijdens wedstrijden.
Voor de bedieningsinstructies is uitgegaan van de Garmin GPSmap 60CSx/76CSx; veel informatie is echter niet beperkt tot dit apparaat.
Bij de bespreking van (de wijzigingen in) de instellingen van het GPS-apparaat wordt de wijze van het bedienen van de GPS-ontvanger als bekende kennis verondersteld. Zo wordt het tussentijds indrukken van de ENTER-toets (om een geselecteerde optie te kiezen of data in te voeren of een boodschap te bevestigen) en het gebruik van de kanteltoets niet genoemd bij de behandeling van de invoer in de GPS.
Meer info over de basisbediening van de Garmin GPSmap 60CSx/76CSx:- Garmin GPSmap 60CSx gebruikershandboek (PDF);
- Garmin GPSmap 60CSx owner's manual (PDF);
- Garmin GPSmap 76CSx owner's manual (PDF).
- Garmin GPSmap 64-serie gebruikershandleiding (PDF) / Garmin GPSmap 64-serie gebruikershandleiding (WEB);
- Garmin GPSmap 64 Series owner's manual (PDF) / Garmin GPSmap 64 Series owner's manual (WEB).
/ ![]()
Over het algemeen is er in de beschrijvingen op deze website van uitgegaan dat op het toestel bij de taalinstelling is gekozen voor 'Engels'.
- Dergelijke producten worden bijna altijd in een Engelse ontwikkelomgeving gemaakt en getest.
- Handleidingen worden meestal in de taal van de fabrikant gemaakt, en daarna in veel andere talen vertaald. De vertalingen zijn regelmatig minder bruikbaar; jargon / terminologie laat zich niet altijd goed in het Nederlands vertalen.
- Bij het (op internet) zoeken naar beschrijvingen het aantal zoekresultaten groter zijn bij keuze voor de Engelse taal dan bij keuze voor de Nederlandse taal.
- Kortom: wil je iets goed volgen doe het dan bij voorkeur in de taal waar het in gemaakt was.
Garmin GPSmap 60CSx & 76CSx
- Systeeminstellingen (type accu)
Ga via het instellingenmenu naar de systeeminstellingen (MENU, MENU, Setup, System).
Selecteer onder 'Battery Type' het type accu of batterij dat gebruikt wordt.
Wanneer het type accu of batterij dat wordt gebruikt niet juist wordt geselecteerd kan het batterijniveau (resterende voeding) niet juist wordt weergegeven.
MENU, MENU, Setup, System

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 67 & 97.)
MENU, MENU, Instellen, Systeem

- Systeeminstellingen (batterijspaarstand uitschakelen)
Ga via het instellingenmenu naar de systeeminstellingen (MENU, MENU, Setup, System).
Selecteer onder 'GPS' de optie 'Normal' om te voorkomen dat de batterijspaarstand wordt ingeschakeld (waardoor het display tijdens het vliegen op zwart gaat).
MENU, MENU, Setup, System

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 67 & 97.)MENU, MENU, Instellen, Systeem

- Interface instelling (Garmin)
Ga via het instellingenmenu naar de interfaceinstellingen (MENU, MENU, Setup, Interface).
Selecteer onder 'Serial Data Format' het interfacetype 'GARMIN' (dat gebruikt wordt voor communicatie met de PC).
Deze eigen standaard van Garmin voor de uitwisseling van data (waypoints, routes, tracks, etc.) met een computer kan zowel worden gebruikt wanneer bijvoorbeeld gecommuniceerd moet worden met Mapsource of Basecamp als voor het uitlezen van de vluchtgegevens uit het geheugen van de GPS en analyseren met de computer door bijvoorbeeld Maxpunkte of GiPSy.
MENU, MENU, Setup, Interface

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 69.)
MENU, MENU, Instellen, Interface

- Interface instelling (USB Mass Storage)
Om de microSD-kaart in de GPS direct vanuit de PC te benaderen - zonder de microSD-kaart eerst uit de GPS te hoeven halen - dient de GPS te worden aangesloten op de PC door middel van de (bijgeleverde) USB-kabel.
Ga via het instellingenmenu naar de interfaceinstellingen (MENU, MENU, Setup, Interface).
Selecteer 'USB Mass Storage'.
De microSD-kaart (in de op de PC aangesloten GPS) wordt nu door de PC herkend en weergegeven als aparte schijf.
MENU, MENU, Setup, Interface

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 69.)
MENU, MENU, Instellen, Interface

Na gebruik dient de GPS in de PC losgekoppeld te worden ('apparaten veilig loskoppelen van de computer').

De GPS wordt hierna automatisch opnieuw opgestart.
- Positieformaat & kaartdatum
Ga via het instellingenmenu naar de positieweergave instellingen (MENU, MENU, Setup, Units).
Selecteer onder 'Position Format' hddd°mm.mmm' (graden, minuten, decimale minuten).
MENU, MENU, Setup, Units

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 74.)
MENU, MENU, Instellen, Eenheden

Selecteer onder 'Map Datum' WGS 84.

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 74.)
- Track(log) instellingen
Ga via het instellingenmenu naar de track(log) instellingen (MENU, MENU, Tracks, Setup).
Selecteer onder 'Record Method' Time, selecteer onder 'Interval' 00:00:03.
'Vervang als vol' (wrap when full): selecteer deze optie om de oudste data te laten vervangen door nieuwe als het trackloggeheugen vol zit.
MENU, MENU, Tracks, Setup

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 64-65.)
MENU, MENU, Tracks, Instellen

Onder Geheugenkaart instellingen kan Log track op geheugenkaart worden aangevinkt; per dag wordt dan een GPX-bestand op de microSD-kaart aangemaakt met daarin de tracks van de gehele dag.
MENU, MENU, Tracks, Setup, Data Card Setup

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 64-65.)
MENU, MENU, Tracks, Instellen, Geheugenkaart instell.

- Eenhedeninstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de positieweergave instellingen (MENU, MENU, Setup, Units).
Selecteer onder 'Distance/Speed' Metric.


Selecteer onder 'Elevation (Vert. Speed)' Meters (m/sec).


Selecteer onder 'Depth' Meters.


Selecteer onder 'Temperature' Celsius.


Selecteer onder 'Pressure' Millibars.


- Tijdsinstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de tijdsinstellingen (MENU, MENU, Setup, Time).
Selecteer onder 'Time Format' 24 Hour.
MENU, MENU, Setup, Time

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 73.)
MENU, MENU, Instellen, Tijd

- Kompaspagina
Druk meermaals op PAGE totdat de kompaspagina verschijnt.
Druk op de kompaspagina op MENU en kies voor Course Pointer zodat ook de koersafwijkingaanduiding wordt weergegeven. Wanneer die keuzemogelijkheid niet zichtbaar is (en 'Bearing Pointer' wel gekozen kan worden) dan staat dit al juist ingesteld.
Druk op de kompaspagina op MENU en kies Data Fields..., selecteer 4 Data Fields. Druk op QUIT om terug te keren naar de kompaspagina.

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 48-55.)

Druk op de kompaspagina op MENU en selecteer Change Data Fields.
Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.
Om energie te besparen heb ik het elektronisch kompas meestal uitgeschakeld staan (het elektronisch kompas kan ook uw richting aangeven als u stilstaat). Om het elektronisch kompas aan/uit te zetten dient de PAGE/KOMPAS-toets ingedrukt te worden gehouden totdat de melding op het scherm verschijnt. Wanneer het elektronisch kompas is uitgeschakeld, blijft het uit totdat u het handmatig wordt ingeschakeld. Het kompassymbool verschijnt in de statusbalk als het elektronisch kompas aan staat.

- Kaartpagina
Druk meermaals op PAGE totdat de kaartpagina verschijnt.
Druk op de kaartpagina op MENU en kies Data Fields..., selecteer 4 Data Fields.

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 48-55.)

Druk op de kompaspagina op MENU en selecteer Change Data Fields.
Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.
Druk op de kaartpagina op MENU en kies Setup Map, selecteer de paginaMap Setup - General. Selecteer bij 'Lock On Road' Off.
- Trippagina
Druk meermaals op PAGE totdat de trippagina (Trip Computer) verschijnt.
Druk op de trippagina op MENU en kies voor Small Numbers.
Druk op de trippagina op MENU en kies voor Change Data Fields.

(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 63.)

Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.
- Elevation: de actuele hoogte.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Time to Next: de tijd tot het volgende keerpunt op basis van de actuele grondsnelheid (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Time to Dest: de tijd tot het doel op basis van de actuele grondsnelheid.
- Waarschuwingssignalen (proximity tones) instellingen
Methode 1.
Ga via het instellingenmenu naar de tooninstellingen (MENU, MENU, Setup, Tones).
Kies Proximity Alarm Tones.

→ 
→ 
Methode 2.
Selecteer Gevarenzone in het hoofdmenu (MENU, MENU, Proximity).
Kies Proximity Alarm Tones.

→ 

Zet een vinkje voor Proximity Alarms zodat waarschuwingstonen worden ingeschakeld.

Bij 'Proximity Alarm Beep' en 'Approaching Proximity Beep' kunnen verschillende tonen worden gekozen. Standaard staan deze ingesteld op 'Tone 8', een aanhoudend 'nogal aanwezig' alarmsignaal dat blijft klinken zolang men zich binnen het waarschuwingsgebied van het proximity alarm bevindt. Wanneer ook proximity alarms zijn aangemaakt voor gebieden waarin wél zonder problemen gevlogen kan worden (bijvoorbeeld proximity alarms rondom verschillende keerpunten op een route) kan een aanhoudende waarschuwingstoon tijdens het vliegen erg hinderlijk zijn; ik zou daarom zelf kiezen voor 'Tone 15'; deze klinkt hetzelfde als 'Tone 8' maar blijft niet klinken zolang men zich binnen het het waarschuwingsgebied van het proximity alarm bevindt.

→ 

Mochten de waarschuwingssignalen ooit uitgeschakeld dienen te worden dan kan het vinkje voor Proximity Alarms worden verwijderd.

- Toon instellingen
Ga via het instellingenmenu naar de tooninstellingen (MENU, MENU, Setup, Tones).
Verwijder het vinkje voor 'Mute'.

→ 
→ 
(Selecteer onder 'Key Beep' Off wanneer je niet bij elke toets een geluidssignaal wilt horen.)

- Satelietpagina (meerkleurig)
Druk meermaals op PAGE totdat de satellietpagina Satellite verschijnt.
Druk op MENU en kies voor Mulitcolor.
Het ontvangst van de satellieten is nu met verschillende kleuren weergegeven.
(Zie: 60CSx gebruikershandboek, pagina 38)


Garmin GPSmap 62st (Garmin GPSmap 62-serie & 78-serie)
In de zomer van 2011 heb ik kort de gelegenheid gehad de Garmin GPSmap 62st tijdens het vliegen te testen (met dank aan Ton Raves).
- Profiel aanmaken
Om de standaardinstellingen van de GPS niet aan te tasten wordt eerst een profiel aangemaakt (en geactiveerd), bijvoorbeeld genaamd 'PARAGLIDING'.
Ga via het instellingenmenu naar de profielinstellingen (MENU, MENU, Setup, Profiles).
Selecteer Create Profile, er wordt een nieuw profiel aangemaakt (in dit voorbeeld heeft de toestel het aangemaakte profiel de naam 'Profile 7' gegeven).

→ 
→ 

→ 

Kies het zojuist aangemaakte profiel (in dit voorbeeld 'Profile 7'), en kies voor Edit Name.
Voer de gewenste naam in en kies Done.

→ 
→ 
Om het profiel naar boven te verplaatsen: kies het te verplaatsen profiel (in dit voorbeeld 'PARAGLIDING Guido') en selecteer Move Up, herhaal deze stap totdat de profielnaam op de gewenste plaats staat (in dit geval bovenaan).

→ 
→ 
Selecteer Profile Change in het hoofdmenu (MENU, MENU, Profile Change) om van profiel te wijzigen (en selecteer het gewenste profiel).

→ 

- Scherminstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de scherminstellingen (MENU, MENU, Setup, Display).
Selecteer onder 'Main, Setup, Find Style' Grid (12 items); hierdoor worden meer items tegelijk op het scherm weergegeven.

→ 
→ 

Er worden nu 12 items op het scherm weergegeven (4 rijen van 3 items) in plaats van 6 items op het scherm weergegeven (3 rijen van 2 items).
- Systeeminstellingen (type accu)
Ga via het instellingenmenu naar de systeeminstellingen (MENU, MENU, Setup, System).
Selecteer onder 'Battery Type' het type accu of batterij dat gebruikt wordt.

→ 
→ 
Wanneer het type accu of batterij dat wordt gebruikt niet juist wordt geselecteerd kan het batterijniveau (resterende voeding) niet juist wordt weergegeven.

Op diverse pagina's (zoals de kompaspagina of de trippagina) kan het gegevensveld 'Battery Level' worden afgebeeld waardoor de resterende levensduur van de batterijvoeding altijd in de gaten gehouden kan worden.
Overigens geeft deze indicator bij de 62-serie vrij lang 'vol' (4 blokjes) aan; wanneer het aantal blokjes minder wordt stopt de GPS er relatief snel (binnen enkele uren) mee. Dit is dus een punt van aandacht: zorg ervoor dat de accu’s van tevoren goed geladen zijn, wacht hier niet mee totdat de batterijindicator nog maar 1 of 2 blokjes aangeeft! Er moet immers worden voorkomen dat de GPS zonder waarschuwing tijdens het vliegen uitvalt, zeker wanneer de volledige vlucht gelogd dient te worden (bijvoorbeeld in wedstrijdverband).

Een andere – maar tijdens het vliegen minder handige – manier om het batterijniveau te controleren is (in een willekeurig scherm) de AAN/UIT toets kort in te drukken waardoor het scherm met de instelling voor de achtergrondverlichting verschijnt; hierin wordt het batterijniveau eveneens weergegeven.
- Systeeminstellingen (interface instelling)
Ga via het instellingenmenu naar de systeeminstellingen (MENU, MENU, Setup, System).
Selecteer onder 'Interface' het interfacetype ('Garmin serieel' of 'Garmin spanner') dat gebruikt wordt voor communicatie met de PC afhankelijk van de software waarmee op dat moment gecommuniceerd dient te worden.

→ 
→ 
Garmin serieel.
Een eigen standaard van Garmin voor de uitwisseling van data (waypoints, routes, tracks, etc.) met een computer. Deze instelling dient te worden gekozen wanneer bijvoorbeeld gecommuniceerd moet worden met Mapsource of Basecamp.
Garmin spanner.
Deze instelling dient te worden gekozen voor het uitlezen van de vluchtgegevens uit het geheugen van de GPS en analyseren met de computer door bijvoorbeeld Maxpunkte.
Bij aansluiten op de computer wordt op de GPS de volgende melding weergegeven: "USB cable detected. Would you like to go to Mass Storage?. Beantwoord deze vraag met 'No' indien het inderdaad de bedoeling is het geheugen uit te lezen met bijvoorbeeld Maxpunkte.
Wanneer de vraag beantwoord wordt met 'Yes' wordt de inhoud van de GPS in de computer weergegeven als apart schijfstation (indien in de GPS een microSD-kaart is geplaatst wordt deze eveneens afgebeeld als apart schijfstation).
Mass Storage: bij aansluiten op de computer wordt de inhoud van de GPS in de computer weergegeven als apart schijfstation (indien in de GPS een microSD-kaart is geplaatst wordt deze eveneens afgebeeld als apart schijfstation).
- Positieformaat & kaartdatum
Ga via het instellingenmenu naar de positieweergave instellingen (MENU, MENU, Setup, Position Format).
Selecteer onder 'Position Format' hddd°mm.mmm' (graden, minuten, decimale minuten), selecteer onder 'Map Datum' WGS 84.

→ 
→ 
- Track(log) instellingen
Ga via het instellingenmenu naar de track(log) instellingen (MENU, MENU, Setup, Tracks).
Selecteer onder 'Record Method' Time, selecteer onder 'Record Interval' 00:00:03.

→ 
→ 
(Merk op dat de bij de 60CSx aan te vinken optie 'Wrap when full' op de 62-serie helaas niet meer aanwezig is.)
- Eenhedeninstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de eenhedeninstellingen (MENU, MENU, Setup, Units).
Selecteer onder 'Distance and Speed' Metric.

→ 
→ 
- Tijdsinstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de tijdsinstellingen (MENU, MENU, Setup, Time).
Selecteer onder 'Time Format' 24-Hour.

→ 
→ 
- Koersinstellingen
Ga via het instellingenmenu naar de koersinstellingen (MENU, MENU, Setup, Heading).
Selecteer onder 'Go To Line (Pointer)' Course (CDI) zodat ook de koersafwijkingaanduiding (Course Deviation Indicator) wordt weergegeven.

→ 
→ 
Deze instellingen kunnen overigens eveneens worden aangepast via de kompaspagina: druk meermaals op PAGE totdat de kompaspagina verschijnt.
Druk op de kompaspagina op MENU en kies voor Setup Heading.
Selecteer onder 'Go To Line (Pointer)' Course (CDI) zodat ook de koersafwijkingaanduiding (Course Deviation Indicator) wordt weergegeven.

→ 
→ 
Druk op QUIT om terug te keren naar de kompaspagina.
- Kompaspagina
Druk meermaals op PAGE totdat de kompaspagina verschijnt.
Druk op de kompaspagina op MENU en kies voor Setup Heading.
Selecteer onder 'Go To Line (Pointer)' Course (CDI) zodat ook de koersafwijkingaanduiding (Course Deviation Indicator) wordt weergegeven.
Druk op QUIT om terug te keren naar de kompaspagina.

→ 
→ 
Druk op de kompaspagina op MENU en selecteer Change Dashboard. Kies Small Data Fields.
Druk op de kompaspagina op MENU en selecteer Change Data Fields.

→ 
→ 
Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.

- Kaartpagina
Het is mogelijk de weergaveinstellingen van de kaartpagina afhankelijk te maken van of de GPS op dat moment al dan niet aan het navigeren is.

Wanneer niet genavigeerd wordt dan wordt in de kaartpagina tevens een kompas weergegeven (zie linker figuur).
Wanneer wel genavigeerd wordt dan worden in de kaartpagina 4 gegevensvelden weergegeven (zie rechter figuur).
De kaartpagina kan op allerlei verschillende manieren naar wens worden ingesteld; we gaan hier uit van bovenstaande weergave.
Druk meermaals op PAGE totdat de kaartpagina verschijnt.
Druk op de kaartpagina op MENU en kies voor Setup Map.

→ 
→ 
Selecteer onder 'Orientation' Track Up zodat de koers altijd naar boven wijst (aanvullend wordt in het beeldscherm een pijl weergegeven die het noorden aangeeft).

Selecteer onder 'Data Fields' Custom.

→ 

Selecteer onder 'When Navigating' 4 small.

→ 

Selecteer onder 'When Not Navigating' Dashboard, selecteer bij de dahsboard-types Compass.

→ 
→ 
Druk tweemaal op QUIT om terug te keren naar de kaartpagina.
Druk op de kaartpagina op MENU en kies voor Change Data Fields. (Om deze optie te zien: zorg ervoor dat de GPS op dat moment een route/naar een waypoint navigeert!)

Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.

- Trippagina
Druk meermaals op PAGE totdat de trippagina (Trip Computer) verschijnt.

Druk op de trippagina op MENU en kies voor Small Numbers.

Wanneer in plaats van de te kiezen optie Small Numbers de optie 'Big Numbers' als keuzemogelijkheid wordt gegeven dan staat de weergave al ingesteld op 'Small Numbers'. 
Selecteer in het menu Change Dashboard, kies voor Large Data Field.

→ 

Selecteer in het menu Change Data Fields.

→ 

Kies per veld de gewenste weer te geven informatie, zoals b.v. de volgende gegevensvelden.- Speed: de actuele (grond)snelheid.
- Glide Ratio: de actuele glijhoek (ten opzichte van de grond).
- GR to Dest: de benodigde glijhoek om het doel te kunnen halen. Hiervoor is het van belang dat de hoogteligging van het doel juist in de GPS is ingevoerd.
- Elevation: de actuele hoogte.
- Dist to Next: de afstand tot het volgende keerpunt (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Time to Next: de tijd tot het volgende keerpunt op basis van de actuele grondsnelheid (wanneer geen route geactiveerd is wordt hier de afstand tot het doel weergegeven).
- Time to Dest: de tijd tot het doel op basis van de actuele grondsnelheid.
- Waarschuwingssignalen (proximity tones) instellingen
Ga via het instellingenmenu naar de tooninstellingen (MENU, MENU, Setup, Tones).
Kies Proximity Alarms.

→ 
→ 
Selecteer onder 'Proximity Tones' On zodat waarschuwingstonen worden ingeschakeld.
Bij 'Proximity Alarm' en 'Approaching Proximity Alarm' kunnen verschillende tonen worden gekozen. Standaard staan deze ingesteld op 'Tone 8', een aanhoudend 'nogal aanwezig' alarmsignaal dat blijft klinken zolang men zich binnen het waarschuwingsgebied van het proximity alarm bevindt. Wanneer ook proximity alarms zijn aangemaakt voor gebieden waarin wél zonder problemen gevlogen kan worden (bijvoorbeeld proximity alarms rondom verschillende keerpunten op een route) kan een aanhoudende waarschuwingstoon tijdens het vliegen erg hinderlijk zijn; ik zou daarom zelf kiezen voor 'Tone 15'; deze klinkt hetzelfde als 'Tone 8' maar blijft niet klinken zolang men zich binnen het het waarschuwingsgebied van het proximity alarm bevindt.

→ 
→ 
Mochten de waarschuwingssignalen ooit uitgeschakeld dienen te worden dan kan onder 'Proximity Tones' Off worden geselecteerd.

- Toon instellingen
Ga via het instellingenmenu naar de tooninstellingen (MENU, MENU, Setup, Tones).
Selecteer onder 'Tones' On.

→ 
→ 
(Selecteer onder 'Key Beep' Off wanneer je niet bij elke toets een geluidssignaal wilt horen.)

Reset GPS-instellingen (60CSx)
Master-Reset (60CSx)
Houdt tijdens het aanzetten (POWER-ON) van de 60CSx de toetsen QUIT, MENU en ZOOM OUT ingedrukt voor een Master-Reset van het toetsel; alle instellingen en gegevens worden dan gewist.
Reset gebruikersinstellingen (60CSx)
Houdt tijdens het aanzetten (POWER-ON) van de 60CSx de toetsen PAGE en ENTER ingedrukt om enkel de gebruiksersinstellingen te resetten.